Verslag weekend a/d Schreve 11-13 sept 2015
---- | terug | ----

vrijdag 11 sept 2015

Met de GPS op “snel” zijn we in Haringe na 1 uurtje. Goe gereden, he?
De GPS heeft wat moeite om het juiste adres te vinden.
Uiteindelijk komen we aan op het erf van een boerderij.
De plaats is niet zo groot, maar na wat gepuzzel kunnen er 21 motorhomes parkeren
en iedereen kan nog ruim in en uit zijn wagen.
Op het erf zetten we ons samen in het schitterend avondzonnetje
en vertellen honderduit over de ervaringen van de voorbije vakantie
en nog vele andere verhalen.
Het vallen van de avond en de daarmee gepaard gaande koude
zorgt ervoor dat iedereen toch nogal vroeg zijn motorhome opzoekt.
In de gebruikelijke zak met info vonden we terug 2 flesjes wijn.
Geschonken door “DD motorhomes” uit Heestert.
We leerden verleden jaar op dezelfde manier (via 2 lekkere flesjes wijn)
deze firma kennen en we kochten er uiteindelijk onze motorhome,
waar we tot op heden heel tevreden over zijn.
Het moet gezegd: Nikis en Ward zijn vriendelijke mensen
en leveren een uitstekende dienst na verkoop.
Dank u Nikis en Ward voor de attentie.

zaterdag 12 sept 2015

Na een rustige en vooral “stille nacht” doen Geert en daarna Ann het openingswoordje.

Deel 1: in de voormiddag kunnen we vrij fietsen via “knooppunten”.
Wie de volledige route rijdt heeft ongeveer 42 km in de wielen.
Wij horen dat er velen naar de Sixtus abdij gezocht hebben om het bekende
en lekkere bier te proeven.

Deel 2: het “Zeugenkot”. Je kan er op 3 manieren naartoe:
Ofwel 6,5 km wandelen langs de “Dode IJzerwandelroute”
ofwel een verkorte versie van ongeveer 20 minuten
ofwel kan je er naartoe met de motorhome.
Uiteindelijk komt iedereen aan op de hoeve, de ene al wat natter dan de andere.
We worden ontvangen door de uitbaters, Ann en Carlo,
hun 3 kinderen en de papa en mama van Carlo.
Ann doet het woord. Zij vertelt uitgebreid en met passie over haar werk.
Ik zal hier proberen een korte samenvatting van te geven.
Het doel van het bedrijf: biggen opkweken tot ze slachtrijp zijn.
Hoe komt men aan biggen?
Ann past kunstmatige insiminatie (KI) toe op de vruchtbare zeugen.
Hoe weet je nu dat een zeug in haar vruchtbare periode is?
Eenvoudig: ga op de rug van de zeug zitten en als de oortjes omhoog komen is ze vruchtbaar.(hoe komt het dat ik dit niet voor 100 % geloof?) Als de zeug vruchtbaar is brengen ze een kunstpenis in de vagina en brengen hierlangs het sperma in van een geselecteerde beer (=mannelijk varken).
Is de bevruchting gelukt? De controle gebeurt met een scanner. Zijn er vruchtjes te zien, dan is de zeug zwanger. De wet bepaalt dat zwangere zeugen moeten loslopen, dus ze mogen niet in een kooi zitten. Zwangere zeugen kunnen tot 200 kg wegen. Vrij grote beesten dus. Na ongeveer 3 maanden,
3 weken en 3 dagen bevallen de meeste varkens. Ann brengt tegen die tijd het varken naar de kraamstal. Daar gaan ze in een kraamkooi. Waarom? Een varken heeft altijd de neiging om zich tegen een muur te gaan leggen. De kleine biggetjes hebben ook die neiging; gevolg de moeder let zo niet op haar kroost en legt zich er bovenop. Gevolg: vele dode biggetjes.
De zeugen bevallen van 1 tot 20 biggen.
Na 2 dagen krijgen die kleine biggetjes in hun zeer kleine poezelige oortjes een reuzegroot oormerk. Dit is ook wettelijk verplicht. Op die manier is er traceerbaarheid mogelijk van big tot côtelet. De wet verplicht de boeren, de beenhouwers, de restaurants, de keukens van de kinderverblijven (daar kan ik van meespreken) op ieder moment van de vleesverwerking te kunnen aantonen van welk dier en van welk bedrijf het vlees komt.
Als de zwijntjes enkele dagen oud zijn vijlen ze hun scherpe tandjes en knippen ze een stukje van hun staartje. De scherpe tandjes kwetsen de tepel van de moeder,
waardoor het zogen pijnlijk zou worden.
Na 3 weken neemt Ann de biggetjes weg van de moeder. Alle biggen gaan dan samen naar een batterij. De zuigreflex is op dat moment niet weg, dus waar kunnen ze op zuigen? Juist op de staarten van de anderen. Dit leidt op de lange duur tot afgebeten staarten en ontstekingen van het staartbeen die heel pijnlijk zijn en waaraan de diertjes uiteindelijk mogelijks sterven. Ann castreert op dit moment ook de mannelijke biggen. Waarom? De koper van het vlees (dus wij!) lust geen vlees van een mannelijk varken. Dit heeft een speciale geur die wij vies vinden.
Daarom, de balletjes eruit, onverbiddellijk. Een varken groeit enorm snel;
een biggetje dat amper 1 kg bij de geboorte weegt is na 6 maanden uitgegroeid tot een varken van 100 kg. In de stallen zien we veel spinnenwebben. Waarom doen zij deze niet weg?
Spinnen vangen enorm veel vliegen en helpen de stal gezond te houden.
Spinnenwebben vangen ook veel stof en veel microben. Het zeugekot verwarmt zijn stallen met hout. Dit is goedkoper en gezonder dan mazout .
Wat eten al die dieren? Mais die vermalen wordt in een speciale machine en daarna in sleuven gelegd waar het verzuurd, zij eten ook suikerbieten en aardappelen.
Naast de varkens runnen Ann en haar echtgenoot ook een B&B van 6 tot 8 personen
en zij baten ook een zaaltje uit waar groepen zoals de onze kunnen vergaderen, eten en drinken.
Na al dat opletten voorziet de ganse familie ons van een heerlijk aperitiefje,
een cava met enkele hapjes, hoe kan het anders van het “zwientje”.
Lekker!!!
En dan is er BBQ.
Voldaan vertrekt iedereen op zijn eigen manier terug naar de motorhome.

zondag 13 sept 2015

Zo even na 08:00: klop, klop op de deur van de motorhome.
Wie is dat nu? Daar stond een man met een zak in de hand, een zak van de AVEVE.
Wat heeft dat te betekenen?? Wij hebben toch niets besteld!? Ja, een zak vol lekkere pistoletjes en koffiekoeken en zelfs een schelletje vlees voor op de pistoletjes, geschonken door de inrichters. Dank u!
We laten het ons smaken, zo een meevaller.
Daarna terug naar de orde van de dag. Na het slotwoordje van Ann, vertrekken de meesten met de fiets naar Proven. De uitbaters van ’t Hoppecruyt verwachten ons tegen 10:00.
’t Hoppecruyt is een gemengd boerenhof, met als hoofdactiviteit de hoppeteelt.
Het is terug de boerin die ons verwelkomt aan de voordeur.
Ze geeft reeds een ganse uitleg over haar bedrijf, haar trots.
Daarna wandelen we over het boerenhof tot aan het hoppeveld.
We zien enkele runderen.
Deze zijn een buffer voor als er iets misloopt met de hoppeteelt.
In de Proven en omstreken spreekt men niet van hop, maar van hommel.
Benedicte vervalt soms in haar eigen sappig taaltje.
Van mij zou ze de ganse uitleg in het “Provens” mogen doen.
Hoppe of humulus lupulus: dit is de langste klimplant uit onze flora,
ze kan meer dan 20 jaar oud worden. Ze overwintert met behulp van een wortelstok waaruit elke lente nieuwe stengels groeien. Ze behoort tot de familie van de hennepachtigen. De vrouwelijke en mannelijke bloemen komen op verschillende planten voor en maken gebruik van de wind voor de bestuiving.
Het zijn uitsluitend de onbevruchte hopbellen van de vrouwelijke hopplant die als grondstof worden gebruikt bij de bereiding van bier. Deze bevatten een geel poeder (hopmeel) dat aan het bier een bittere smaak verleent en tevens dienst doet als natuurlijk bewaarmiddel.
Hop gedijt goed tussen de 35 ste en de 55 ste breedtegraad. Belangrijkste producenten zijn Duitsland, Polen, Tsjechië, het Verenigd Koninkrijk, de Verenigde staten en Zuid Afrika. In België is het jammer genoeg een verdwijnende teelt in de streek rond Poperinge en Aalst.

Het kweken van hop is 9 maanden lang intensieve arbeid.
De wortelstok kan in de maanden december en januari genieten van winterrust. Begin februari worden de overblijfselen van de plant van vorig jaar afgereden wordt het veld klaargemaakt voor het nieuwe seizoen.
Vanuit een hopkooi worden de draden waarlangs de planten zullen groeien gespannen.
Heel vroeg in het voorjaar ontstaan scheuten aan de wortelstokken. Er mogen slecht drie à vier scheuten doorgroeien. De rest wordt handmatig gerooid. Dit is een heerlijke delicatesse die je vooral in de plaatselijke horeca kan verorberen.
In maart en april draait men de scheuten manueel rond een hopdraad.
Eind juni, begin juli zijn deze scheuten gegroeid tot een hoogte van ong. 7 meter. De hoppe groeit ongeveer evenveel cm per dag als het warm is geweest. Is het 20° geweest, dan zal ze 20 cm groeien. Dan verwijdert men de onderste bladeren.
De planten moeten nu regelmatig besproeid worden tegen ziektes en beestjes. Gelukkig krijgt de teler ook een beetje hulp van insectenetende vogels en lieveheersbeestjes.
Eind augustus, begin september zijn de hopbellen rijp voor de pluk. Tegenwoordig gebeurt dit machinaal, vroeger met de hand. Een speciale machine snijdt de ranken af in het hopveld. Deze gaan op een platte kar naar het bedrijf voor verdere verwerking.
In de hopmachine zorgen sneldraaiende trommels met opstaande haken ervoor dat hopbellen, blaadjes en takjes worden afgetrokken van de ranken. In het tweede gedeelte van de machine wordt door aanzuiging de bladeren en takjes gescheiden van de belletjes.
De hopbellen worden vervolgens in een droogast gedurende 6 uren gedroogd met heteluchtblazers. De gedroogde hop wordt geperst en in balen verpakt.
De plantenresten gebruikt men als bodembemester en de resten worden verwerkt tot pellets, waar we onze huizen mee kunnen verwarmen.
En dan is er 3 maanden rust waarna de werkzaamheden terug beginnen. Benedicte toont ons een middeltje om “een frisse neus” te krijgen. Je trekt een hoppebel af en splitst deze in twee. Je wrijft de twee delen goed op elkaar en stopt deze in je neus. Je laat ze daar enkel minuten zitten. Je blijft dit de ganse dag voelen in je neus! Na deze boeiende rondleiding trekken we naar een soort cafeetje op het bedrijf waar we een lekkere borrel krijgen op basis van hop.En dan muziek! Benedicte blijkt naast boerin een begaafd muzikante te zijn.
Ze bespeelt op geniale wijze een accordeon
en zingt daar zelfs bij een liedje bij over “de hommelteelt”.
Na deze mooie afsluiter van het weekend trekken we naar huis.
We hebben ons weer een keer goed geamuseerd!
Tot volgende maand! Dank aan de organisatoren!
Christine & Lucien

---- | naar boven | ----
deze pagina werd laatst aangepast op: 30.08.18 - Minimum 800x600 beeldschermresolutie